.comment-link {margin-left:.6em;}
Adverteren bij Daisycon



woensdag, september 18, 2002

Oorlogsverslaggever Arnold Karskens in Vara TV-Magazine over de Amerikaanse oorlogsfotograaf James Nachtwey:

Sublieme beelden maakt hij, maar het klinkt wel erg vroom als deze ijdele man zegt er onder te lijden met andermans misère geld te verdienen. Bij de documentaire ‘James Nachtwey, oorlogsfotograaf’ knik ik welgeteld éénmaal instemmend. Dat is wanneer een Reuter-cameraman spreekt over de moordende concurrentie onder de media in oorlogsgebieden. ‘Het is business,’ zegt hij, ‘waar de hardste beelden het gretigst aftrek vinden. In zekere zin is het een ziekelijk gebeuren.’ Gelijk heeft-ie. Alleen is producent/regisseur Christian Frei een andere mening toegedaan. Deze Zwitser volgde de tweevoudig winnaar van de World Press Photo bij zijn bezoeken aan conflicten in voormalig Joegoslavië, Indonesië en het Midden-Oosten. Het resultaat is een 49 minuten lange film die de IKON uitzendt (de originele versie is 96 minuten) en een Oscar-nominatie in de categorie documentaire.

Het is een fraai document met pakkende beelden maar de realiteit op het slagveld is net een tikkeltje minder romantisch. Frei plaatst oorlogsfotograaf James Nachtwey op een voetstuk waar ethiek hoog in het vaandel staat. En zoals alle ijdele fotografen voldoet de 54-jarige Amerikaan graag aan dit imago. Zijn zacht uitgesproken woorden druipen dan ook van politieke correctheid. Zo achtervolgt hem de gedachte dat hij geld verdient met andermans misère. En dat doet-ie! Maar met zijn volle prijzenkast klinkt het te gelikt als hij zegt dat hij zijn medemens nog altijd prefereert boven winst en persoonlijke ambitie. In een ander fragment zien we Nachtwey een groep vrouwen op de Balkan benaderen die prompt in huilen uitbarst.

In een begeleidende verklaring stelt de oorlogsfotograaf dat hij alleen foto’s kan maken omdat hij geaccepteerd wordt door zijn onderwerp. Dat klinkt heel vroom, maar wie het klappen van de zweep kent, weet dat de vrouwen gebruik maken van de aanwezigheid van lenzen om hun emotie te uiten, ongeacht wie er achter staat. Ik bedoel, de waarheid gaat net een slag verder. Evenmin zien we James duwen te midden van collega’s om toch het juiste kader te krijgen voor een foto van een uitgemergelde ontheemde. Zo gaat het wel toe in de praktijk, neem dat van mij aan. Daarentegen vertelt Nachtwey dat zijn foto’s van uitgemergelde Afrikanen zijn genomen in een kamp waar eten naartoe werd gebracht. Nooit zou hij foto’s maken van stervenden en dan weer weglopen. Kijk, dat is over de rand.

Oorlogsfotografen zijn vampiers: ze zuigen het slachtoffer uit en vliegen weg. Dat klinkt erger dan het is. Die lui hebben niet voor een loopbaan als hulpverlener gekozen, maar de kijker moet ook niet voorgeschoteld krijgen dat het wel zo is. Echt kritische vragen ontbreken in de documentaire. Bijvoorbeeld waarom de betrokken ster-fotograaf vooral de oorlogen met een hoog CNN-gehalte afloopt, maar nauwelijks is te vinden bij vergeten conflicten als in Burundi of Angola. Als kijker wil ik meer weten over zijn inbreng als vaste medewerker van het weekblad Time bij de onderwerpkeuze. Ik wil iets leren over zijn techniek.

Overigens is het opmerkelijk dat geen enkele collega-fotograaf aan het woord komt over zijn werk. Wel ventileert CNN-verslaggeefster Christiane Amanpour een voorspelbare mening terwijl ik die nooit met een camera heb zien lopen. Een teken voor mij dat de maker het métier voor de show en glamour heeft gekozen. Over het eindproduct van James Nachtwey, zijn foto’s, kan ik kort zijn: Nachtwey is een van de beste oorlogsfotografen van het laatste twee decennia. Hij maakte sublieme beelden in talloze conflicten. Door zijn werk heeft hij veel mensen bewust gemaakt van de ellende waarvóór ze anders de ogen sluiten. Maar zijn foto’s bekijken, is als een bezoek aan een restaurant: als je bord met eten op tafel wordt geschoven, wil je niet weten hoe het er in de keuken toegaat. Het zou je eetlust kunnen bederven.





<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?